top of page
Publicaties
Schermafbeelding 2019-11-05 om 20.50.41.
GetAttachmentThumbnail.jpg
Maanbrief aan het getij
- de belofte van het komen en gaan -

Gedichten

ISBN 978 90 6265 785 8 NUR 306
eerste druk 2019/In de Knipscheer

Gebrocheerd in omslag met flappen, 72 blz.
Geïllustreerd met 10 afbeeldingen waarvan 1 in kleur

€ 18,50





 
De blauwdruk van Capgras

ISBN 978-90-6265-947-0

 

13 nov. 2017 In de Knipscheer


Tekeningen Juliet Koppedraijer
Gebrocheerd in omslag met flappen,
180 blz., € 17,50

 

Is het mogelijk om jezelf vorm te geven? Juliet, een beeldend kunstenaar meent van wel als zij zich in Heiland vestigt, een vrijplaats voor artiesten en paria’s. Wanneer plotseling haar zus Gusta en de, inmiddels volwassen geworden, jongen Boy verschijnen, slaat de twijfel toe.

​

Ik vraag haar naar wat zij nou het pijnlijkst heeft gevonden.
‘Die tattoo, Juliet, zo vlak boven mijn schaamstreek.’ In een enkele zin schampt Gusta de zere plek. Het is op de kop af negentien jaar en tien maanden geleden.

​

Juliets tot nu toe succesvolle bestaan wankelt; haar relatie met de veertien jaar jongere songwriter Wolf Noorderland begint barstjes te vertonen juist nu ze met Boy een band probeert op te bouwen. Haar enige houvast in deze roerige periode is de kunst; een liefde die ze met de jongen deelt.

​

Rond middernacht nestelen we ons met een paar kussens op het nieuwe kleed en aanschouwen een blauwe baby met groene voeten, het mondje in een halve maan gebogen. Aan de muur lijkt de boreling minder doods dan in de zandkuil van zijn geboorte.

​

Door de komst van Boy is Greetje, haar voorheen onzichtbare moeder in beeld gekomen. Ze heeft het syndroom van Capgras en woont al bijna een halve eeuw in Sonneheuvel, een psychiatrische instelling. Juliet ontdekt dat de appel niet ver van de boom valt. Langzaam wordt duidelijk welk gevaarlijk spel zij en haar zus hebben gespeeld. Met alle gevolgen van dien.

​

‘Is mijn oma echt zo gek als ze zeggen?’
‘Mijn moeder?’
‘Wie anders?’
‘Geen idee. Ik ken haar niet.’

​

​

REVIEW Marianne Notschaele

​

«Mooie, poëtische taal met intrigerende zwart-wit tekeningen.» – Sandra Faneker

Zie voor de gehele tekst:  recensie NBD Biblion

Radio-interview op Paperback-radio door Peter de Rijk
Als morgen een mens

bibliofiele uitgave

​

inkttekeningen Pieter Bijwaard

tekst Inge Nicole

 
 

De van oorsprong Russische Klava woont met haar schapen aan de rand van een Noord Hollands dorp. Sinds haar kindertijd spreekt ze geen woord meer. Ze overleeft door te communiceren met draadachtige wezens en dieren die uit touwen, snoeren, tuinslangen en tal van andere slierten ontstaan. Ze denkt de figuren haar taal toe. Maar op een dag komt ze de wat wereldvreemde man Loezer tegen die aan de rand van de sloot de bootsmannetjes van die dag telt. En dan verandert er iets.

RECENSIES

 

Recensie eetproblematiek in symbolische laagjes, Marianne Notschaele

 

'Nicole weet  de eetstoornis mooi samen te brengen met de stoornis in de familie van Darya, de ondergrondse organisatie.'

 

Recensie op TZUM door Guus Bauer

 

Recensie op iedereenleest.be door André Oyen 

Aardappelbloed 

de familie van de nachtschade

 

ISBN 978-90-6265-855-8

 

1 sept. 2014 In de Knipscheer

 

Iva en Jelena, twee moeders uit Tsjeljabinsk, hebben zich met hun dochters in Nederland gevestigd. Ze delen een rijtjeshuis waar een vaderfiguur ontbreekt. Toch moet Darya, de jongste dochter van de zwaarlijvige Iva, dagelijks de tafel dekken voor haar vader.

 

 

Terwijl ze aanschoof schepte Iva koolsoep in haar bord, een overdaad aan drijvende vetoogjes staarden Darya lodderig aan.‘Tsjuut-tsjuut’ siste ze naar de vrouw die haar op de wereld had gezet en een elleboog op tafel plantte om de soep naar binnen te lepelen. De zware borsten werden door de tafelrand ondersteund.

 

Wat als je moeder de deur niet meer uitkomt en vergroeit met haar stoel? De adolescente Darya stopt met eten, doodsbang als zij is de passieve Iva achterna te gaan, en verhuist naar de kast.

 

 

Haar ogen dwaalden af naar de bovenste plank. Daar woonden van klein naar groot zeven boerinnen die maar weinig plaats innamen. Zij kon daar best bij. Niet dat ze werkelijk van plan was om zich tussen de borden en de matroesjka’s in te wurmen maar ze zocht naar ademruimte.

 

Darya’s innerlijke reis speelt zich af tegen de grimmige achtergrond van een familiedrama dat zijn oorsprong vindt in Rusland. Als zij in aanraking komt met de criminele kant van haar familie en dat bijna met haar leven moet bekopen, gaat Darya er met haar jeugdliefde Peter vandoor.

 

Hij schrok van hoe zij daar stond; haar silhouet een draadfiguur van Giacometti op de okergele muur. Mijn God, ze heeft aardappelbloed, zou zijn moeder zaliger gezegd hebben.Het verleden haalt haar in.

 

Langzaam wordt duidelijk waar haar vader is gebleven en de rol die haar naasten daarin hebben gespeeld. Aardappelbloed is een coming of age-novelle, ingebed in het populaire genre van het misdaadverhaal.

In 2012 mocht ik, mede door 'De tranen van de zeegans', de RabobankCultuurprijs in de categorie Letteren ontvangen.

De tranen van de zeegans

ISBN-978-90-6265-663-9

 

2011 In de knipscheer

 

Nederlands Dagblad, Mieke Wilcke:

 

‘De novelle Tranen van de Zeegans bevat het levensverhaal van Aleida Vleijshouwer, die al op jonge leeftijd prostituee wordt. De Alkmaarse schrijfster Inge Nicole, die onder de naam Inge Bak twee romans heeft geschreven, weet met weinig woorden veel te zeggen.’

 

‘Bijzonder dat de schrijfster zonder plastische beschrijvingen heel nauwkeurig de verschrikkingen die Aleida ondergaat, weet te treffen. Door de krachtige beelden en het poëtische taalgebruik is het effect van de schokkende gebeurtenissen des te groter.’

 

‘Tranen van de Zeegans geeft de sfeer in een 19e-eeuws bordeel goed weer: de jaloezie onder de meiden, de gevolgen van de syfilis, de eenzaamheid en het schuldgevoel. Het Zeeuwse dialect dat veel gesprekken kenmerkt, geeft de novelle een heel eigen kleur. Evenals de vele dierlijke metaforen. Pons noemt Aleida vaak een dom gansje. Aleida, die bij de slacht is opgegroeid, vergelijkt mannen regelmatig met beren, varkens of paarden.’

 

‘Scherp laat Inge Nicole de hypocrisie van vooral vooraanstaande christenen zien. Het kruisbeeld boven het bed wordt door Aleida dan ook elke dag verwijderd.’

 

‘Als er al een God zou zijn, dan bevond hij zich bij de appelbomen van thuis in Driewegen, bij het achtergelegen slootje in de gedaante van een libel of in de veerkrachtige sprong van een puut. Maar hier, in dit klooster, was hij onvindbaar. Met dat farizeïsche kruis boven haar hoofd zou ze de slaap niet kunnen vatten.’

 

 

Guus Bauer, schrijver, recensent:

 

Een boek is een huis waar je in kunt wonen. Een schrijver schept een wereld, de lezer voegt daar zijn of haar eigen beleving aan toe. Zo ontstaat er een derde wereld met een eigen mythologie die noch aan de een noch aan de ander behoort. De Tranen van de Zeegans is een novelle die staat als een huis, een beschrijving van een hoerenkast in de 19de eeuw, met als hoofdthema de ongelijke verhoudingen. In het pand gebeuren zaken die intrigeren en afstoten tegelijk. Dat is wat literatuur moet doen.

 

Voor meer recensies over de novelle zie hier: RECENSIES

Het wachthuis

ISBN-978-90-6265-627-1

 

2008 In de Knipscheer

 

De hoogzwangere Konjit sleept zich voort door Addis Abeba op zoek naar een beschutte plek voor het baren van haar kind. Als op straat de vliezen breken, neemt een onbekende marktvrouw haar mee naar huis om zo hulp te bieden bij de geboorte van een zoon. Enkele dagen later wordt de jongen te vondeling gelegd langs het pad naar de kerk.

Het Nederlandse echtpaar Mara en Eli wacht op een adoptiekind uit Afrika. Eindelijk komt er een voorstel van een dochter maar het wachten duurt nog lang. De rechterlijke papieren blijven uit omdat gedurende de zomer de Ethiopische rechtbanken gesloten zijn. Op een ochtend komt Mara na een slechte nacht beneden en treft haar man aan met de hoorn van de telefoon in zijn hand.

 

Het wachthuis is een, in collage-vorm vanuit verschillende gezichtspunten geschreven, roman, over een diepgewortelde kinderwens en  het aangaan van relaties over grenzen heen.

 

'Timkat, de doop van Christus. De embilta* ademt haar eenzame toon over het Ethiopische hoogland uit. Elf uit rots gehouwen monolitische kerken houden de neerkomende handpalmklappen gevangen. Ritmische stokslagen op de houten keteltrom. Als aardse engelen zwermen de pelgrims in hun witte chamma's* de bergen van Lasta door. Hun gewaden wapperend in een avondbries. In Lalibela wordt bij zonsondergang rijkelijk met water gesproeid om de onderdompeling van Christus in de Jordaan te herdenken. De priesters schrijden met hun geborduurde hemelschermen, ter bescherming van de tabot replica's*, waardig voort. Zijde en brokaat slepen door de met hoornen hielen geschoffelde grond. En hij? Hij wordt niet gedoopt. Geen gezegend water. Zelfs geen druppel voor zijn verkurkte gehemelte. Niet voor hem. Verstoken van oplaaiende vreugdevuren ligt de boreling ver van het feestgedruis verwijderd onder de blote hemel. Niemand die hem verlicht.'

 

embilta: fluit met maar één toon

chamma: traditioneel wit gewaad met rode baan

tabot replica: replica van de stenen tafelen uit de Ark des Verbonds

Zon in het haar 

ISBN-90-6265-544-0

 

Debuutroman 2004 In de Knipscheer

 

Linn probeert zich staande te houden in de chaos van het dagelijks bestaan. Haar alternatieve levensstijl vormt een cocon die bescherming biedt tegen de buitenwereld. Dan ontmoet ze Kit die haar in zijn greep krijgt. Hun relatie is louter gebaseerd op lichamelijke aantrekkingskracht. Linn raakt meer en meer verstrikt in deze verstikkende relatie. Om te overleven vlucht ze steeds verder in herinneringen van ver voor haar geboorte. Als de Navajo Todacheene verschijnt, beginnen levens door elkaar te lopen. Neemt de tijd een loopje met haar of haalt het verleden haar in?

 

Opgerold lag ze in de houten trog te stoven. Wij kwamen net terug van ons veldje. De leren riemen sneden me onder het gewicht van de oogst in de schouders. Ik boog me voorover om me van mijn zware last te ontdoen. De maïskorrels vielen over mijn hoofd heen de trog in en maakten de slapende slang wakker. Ik hoorde de bulderende lach van mijn vader.

 

‘Ik snap nog niet wat er met je gebeurt als je dood bent. Waar gaan al die andere stukjes van jou dan naartoe pap?’ ‘Nergens. De wormen ruimen mijn restjes op,’ zei hij en hij keek naar een overvliegende blauwe reiger.

 

“Het is knap hoe deze verrassende debuutroman de lezer zelf laat kiezen hoe hij het dramatische slot en Linns uiteindelijke ‘bevrijding’ moet zien.”- Meander

 

“Een jonge vrouw vlucht in een fantasiewereld om het hoofd te bieden aan de ondraaglijke alledaagse werkelijkheid. Zon in het haar is een intrigerend boek dat zich langzaam laat veroveren.” – Noordhollands Dagblad

 

 

 

​

 

Nachtbloem
Bibliofiele uitgave

oplage 100 stuks

1994 Uitgeverij Katervoorde

CJP magazine 1994

bottom of page